Extra leenrechtvergoeding kinderboekenuitgevers

Na jarenlange discussie tussen partijen is er nu een overeenkomst tussen het ministerie van OCW en de Stichting Leenrecht inzake de leenrechtvergoeding voor boeken die in de Bibliotheek op School (dBoS) zijn uitgeleend. In het verleden hebben deze “uitleningen”  niet altijd geleid tot een vergoeding voor rechthebbenden.

In het dBoS-programma worden delen van de collecties van openbare bibliotheken naar scholen verschoven. Het doel is leesbevordering op scholen te stimuleren. Inmiddels doet bijna 60% van de basisscholen mee aan dit programma.

Het ministerie van OCW  heeft ter compensatie over het verleden (de periode van 2013 tot en met 2022) een eenmalig bedrag van zes miljoen euro ter beschikking gesteld. Deze compensatie wordt verdeeld conform het reguliere leenrecht:70% voor de makers (schrijvers en illustratoren) en 30% voor de uitgevers.

Bovendien zal OC&W onderzoek doen naar een structurele bijdrage voor rechthebbenden voor uitleningen binnen dBoS. Daarmee ontstaat een duurzaam systeem voor leenrechtvergoedingen in het primair en voortgezet onderwijs.

De vergoeding zal aan uitgevers worden uitgekeerd op basis van uitleengegevens over de laatste jaren voor titels welke binnen het dBoS programma vallen. Dat wil zeggen dat deze vergoeding terecht zal komen bij de kinderboekenuitgevers.

Deze vergoeding zal nog dit jaar door de stichting PRO aan de betrokken uitgevers worden overgemaakt. Zij hoeven daarvoor geen extra handelingen te verrichten.

De GAU is vooral gelukkig dat na een zeer lange discussie met een groot aantal betrokken partijen er nu een oplossing is gekomen die recht doet aan de belangen van uitgevers (en makers). Daarmee blijft een systeem dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan leesbevordering en leesplezier, namelijk het aanbieden van boeken in de directe nabijheid van een kind op school, in stand en kan het uitgebreid worden zonder verdere schade voor makers en uitgevers.